Reacties
“Het overkomt mij niet vaak dat ik een bundel lees waarin bijna ieder gedicht een regel bevat die ik wil citeren omdat hij in alle opzichten mooi is, maar dat is bij Ongedierte dat niet bevriest het geval. Alleen daarom al is de bundel aan te bevelen, nog los van de zeggingskracht. Met haar tweede publicatie overtuigt Zaagsma dat ze haar plek als dichter heeft gevonden. Naar mijn idee balt zij hier zonder aarzeling al haar kwetsbaarheid en kracht in samen. Het kan niet anders dan dat je een beetje van de dichter gaat houden. Ik ben om. Ik ben fan”
“De schrijfster Annet Zaagsma heeft echt een magisch talent als het gaat om gedichten schrijven. Ze weet goed hoe ze op de juiste manier met woorden kan spelen, hoe ze de woorden kleur kan geven en hoe ze je daarmee kan betoveren”
“Afgezien van gewoon goed kunnen schrijven en iets interessants te melden hebben is originaliteit voor mij een groot goed en dat spat er in de poëzie van Annet Zaagsma in felgekleurde klodders en scherven vanaf: voor wie niet bang is voor wat scherpe randjes en elk gedicht opnieuw graag verrast wil worden”
“Tijdens het lezen van de Annets woorden knijp ik even in mijn arm. “Pezig en vlezig”, misschien ben ik ook “een heuvel”. Annet maakt met haar zintuiglijkheid de wereld meer begrijpbaar. Ze troost me, is een bekende hand die door mijn haar gaat en fluistert:
“Zie je haar de aarde? Het voorjaar te vroeg.” Ik heb de gewoonte te tranen aan de binnenkant van mijn ribbenkast want ik ben altijd al een “sterk” meisje geweest.
Maar wanneer Annet me zegt dat “De zee te hoog staat voor snavelbies (flora).” Dan moet ik vechten tegen het water. Dat ik mijn sentiment niet kan indijken wijst op de aanwezigheid van een weergaloos gedicht. Ze “Ademt Aarde” Annet. – Aanrader”
“Zie je haar de aarde? Het voorjaar te vroeg.” Ik heb de gewoonte te tranen aan de binnenkant van mijn ribbenkast want ik ben altijd al een “sterk” meisje geweest.
Maar wanneer Annet me zegt dat “De zee te hoog staat voor snavelbies (flora).” Dan moet ik vechten tegen het water. Dat ik mijn sentiment niet kan indijken wijst op de aanwezigheid van een weergaloos gedicht. Ze “Ademt Aarde” Annet. – Aanrader”
“Mooie woorden, de boektitel geeft dat al prijs, gebruikt Zaagsma graag. Naast ‘vuurgevaarlijk’ vind je in haar poëzie woorden als ‘koperzingen’, ‘vlinderorchis’, ‘ochtendschroom’, ‘zwaardlissen’ en ‘papiervisjes’. Hieruit blijkt haar talent voor het vinden van woorden die opzichzelfstaand al tot de verbeelding spreken”
“Zaagsma heeft een hele eigen stijl van dichten. Haar zinnen zijn soms krachtig, vol emotie, maar soms ook verwarrend. …Zaagsma kiest in haar gedichten vooral voor korte zinnen waarbij ze weinig interpunctie gebruikt. Ik hou hiervan. Hierdoor kun je de zinnen lezen, zoals jij ze wilt ervaren. Een punt of komma in gedichten bepaalt hoe een zin loopt. Zaagsma kiest ervoor om juist de lezer zelf de stroom van het gedicht te laten bepalen”
“Een gedicht met een moker van een openingszin ‘ik wilde het moment zijn/waarop mensen denken wanneer/hoepel jij nou eens op’ en een even sterke slotzin ‘in mijn eigen tijd als meteoor mijn kruit verschieten.’ ‘meer leven uit het hart niet meer/ met het hoofd’ komt ook loeihard binnen. Maar het is méér dan een aantal rake regels. Er is de afwisseling tussen heel alledaags taalgebruik en de fantasiedieren en schitterende kleuren (goud en paars en zilver), het spel tussen (het) echte leven en wat alleen in boeken bestaat, het spel tussen ‘een moment’ en voor eeuwig in een boek neergeschreven worden. Dit gedicht klopt als een bus. Bravo!”
“Wat dit gedicht zo sterk maakt is de compositie van het grote en betekenisvolle (het heelal, de dood) naast het kleine en banale (kippenvelbultjes, wasmachines). Dit gedicht lijkt te gaan over zo’n moment waarop die twee elkaar even raken, en slaagt er op zijn beste momenten ook in om dat zelf te zijn. Sterk werk, dit”.
“…Het is een zeer origineel gedicht tussen alle gedichten met sterke metaforen zoals “Het paradijs nestelt zich in mijn hoofd/wordt een schuilplaats/voor vogels met beperkte reikwijdte”. Of: “Uit woorden vloeiende slingers laten groeien” et cetera. In de laatste strofe wordt het verlies, de vergankelijkheid, subtiel verwoord”
“De poëzie van Annet Zaagsma (Stof verzamelen, Draken voeren en Als ik thuis ben…) is weer heel anders, maar wat een genot om steeds weer te herlezen: zo kleurrijk en origineel verwoord in een bonte verzameling associaties die alle zintuigen willen aanspreken.”